Afgelopen april is een tweede consultatieversie van het Besluit versterking regie volkshuisvesting (‘het Besluit’) gepubliceerd. Dit besluit is een nadere uitwerking van de aanstaande ‘Wet versterking regie volkshuisvesting’. Met deze wet wordt beoogd om een snellere realisatie van betaalbare woningen te bewerkstelligen. Gemeenten en provincies worden bovendien verplicht om deze doelstellingen te verankeren in een ‘volkshuisvestingsprogramma’; een concreet pakket van maatregelen waarin wordt uitgewerkt hoe de voornoemde doelstellingen bereikt moeten worden. Er komt ook een nationaal volkshuisvestingsprogramma. Tot slot bevat de wet maatregelen om de doorlooptijd van beroepsprocedures bij de rechter te kunnen verkorten.
In deze tweede consultatieversie van het Besluit is een aantal onderwerpen toegevoegd uit het regeerprogramma van kabinet-Schoof. Hieronder een korte toelichting:
Uitwerking regeerprogramma realisatie betaalbare woningbouw
In het Besluit zijn diverse instructieregels opgenomen die de provincies en gemeenten in acht moeten nemen. Deze instructieregels moeten hun weerslag vinden in de inhoud van de diverse volkshuisvestingsprogramma’s. Inhoudelijk zien de instructieregels op het bereiken van de volgende betaalbaarheidsdoelstellingen van het kabinet:
- Twee derde van alle woningbouw tot 2030 dient binnen het ‘betaalbare’ segment te worden gerealiseerd. Dit segment omvat zowel koop- als huurwoningen;
- 30 procent van alle toevoegingen dient te bestaan uit sociale huurwoningen;
- gemeenten binnen een regio dienen hun programma’s onderling beter af te stemmen, zodat een evenwichtige spreiding van de diverse typen betaalbare woningen in de regio ontstaat.
Geen ‘laddertoets’ bij verstedelijking voor woningbouwlocaties
Om woningbouw te versnellen, wordt de zogenoemde Ladder voor duurzame verstedelijking niet langer toegepast op nieuwe woningbouwlocaties. Gemeenten kunnen voortaan volstaan met een verwijzing naar hun volkshuisvestingsprogramma om de woningbouwopgave te onderbouwen. Hierdoor wordt het eenvoudiger om ook buitenstedelijke locaties te benutten, zonder dat expliciet hoeft te worden gemotiveerd waarom niet voor binnenstedelijke bouw is gekozen. Wel blijven randvoorwaarden zoals ontsluiting en landschappelijke inpassing van belang.
Vergunningvrij bouwen mogelijk voor mantelzorg- en familiewoningen
Het besluit maakt het onder voorwaarden mogelijk om vergunningsvrij zogenaamde ‘mantelzorg- en familiewoningen voor eerstegraads familieleden’ te realiseren. Hiermee kan bijvoorbeeld een tweede woning op een erf worden gerealiseerd, of kunnen bestaande bijgebouwen op een erf worden omgezet tot (tweede) woning.
Gegevensverzameling en monitoring
Tot slot zijn regels toegevoegd omtrent de monitoring en het verzamelen van gegevens over de woningmarkt op nationaal, provinciaal en regionaal niveau (en dus niet op gemeentelijk niveau). Het gaat dan om gegevens omtrent diverse ontwikkeling van de woningvoorraad, het actuele woningtekort en de woonbehoefte. Deze gegevens zullen jaarlijks beschikbaar worden gesteld in verslagen van de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. Gemeenten en provincies kunnen hun volkshuisvestingsprogramma’s op basis van de gegevens uit die verslagen inrichten.
Heeft u naar aanleiding van deze bijdrage nog vragen, neem dan vooral contact op met Patrick Dijkink (patrick.dijkink@hyslegal.com | 06-13944723).