ederland maakt al jaren gebruik van de inzet van arbeidsmigranten, zoals bijvoorbeeld op de logistieke en agrarische markt. Mede vanwege de problematiek op de woningmarkt bieden veel uitzendbureaus een combinatie van werk en huisvesting. Helaas komen daarbij regelmatig misstanden voor. In juni 2022 heeft minister Hugo De Jonge het wetsvoorstel “Wet goed verhuurderschap” bij de Tweede Kamer ingediend. Dit wetsvoorstel (op 22 februari jl. behandeld) beoogt het gedrag van verhuurders op de (krappe) woningmarkt te normeren en misstanden -ondermeer jegens arbeidsmigranten – te voorkomen. Voorts kunnen gemeenten een vergunningplicht invoeren om het verhuurderschap te reguleren en ongewenste verhuurpraktijken te sanctioneren.
In de Wet goed verhuurderschap worden landelijke algemene regels geformuleerd voor wenselijk gedrag van verhuurders, waaronder verhuurders van verblijfsruimte aan arbeidsmigranten en verhuurbemiddelaars die namens deze verhuurders optreden.
Verhuurders worden verplicht om alle vormen van discriminatie te voorkomen en tegen te gaan. Zij zullen voortaan verplicht zijn een helder en transparant selectieproces te hanteren, waarbij gebruik moet worden gemaakt van objectieve en niet-discriminerende selectiecriteria. Tevens dienen verhuurders zich te onthouden van iedere vorm van intimidatie en bedreiging en zijn zij verplicht om de huurovereenkomst schriftelijk vast te leggen, indien de huurder dat wenst. Bij de verhuur aan arbeidsmigranten geldt nog een extra vereiste. De huurovereenkomst dient namelijk separaat van de overeenkomst tot het verrichten van arbeid te worden vastgelegd. Dit draagt bij aan een betere scheiding tussen ‘bed’ en ‘baan’. Daarmee wordt beoogd dat arbeidsmigranten bij ontslag niet direct hun woning kwijtraken. Voorts geldt bij verhuur aan arbeidsmigranten dat de informatieverstrekking dient te geschieden in een taal waaraan de arbeidsmigrant de voorkeur geeft, tenzij er een andere taal gebruikt kan worden die hij begrijpt en waarmee hij helder kan communiceren.
Verder krijgen gemeenten een aantal nieuwe taken en bevoegdheden. Zo moeten zij een meldpunt inrichten waar onder meer arbeidsmigranten en anderen terecht kunnen met klachten over ongewenst verhuurgedrag. Naar aanleiding van een klacht kan de gemeente tot handhaving overgaan. Verder worden gemeenten bevoegd om een – niet gebiedsgebonden – vergunning voor de verhuur van verblijfsruimten aan arbeidsmigranten in te stellen. De voorwaarden die gemeenten aan een dergelijke vergunning kunnen verbinden worden ook landelijk geüniformeerd, zoals bijvoorbeeld de voorwaarde om aan een arbeidsmigrant of een huishouden een afzonderlijke afsluitbare verblijfsruimte in gebruik te geven.
Daarnaast kan de gemeente eisen stellen aan de voorzieningen die aanwezig moeten zijn ten behoeve van voedsel en hygiëne voor arbeidsmigranten. Daarbij wordt in de toelichting opgemerkt dat het aanbeveling verdient om te sturen op het gebruik van bepaalde keurmerken (SNF en AKF) of zoveel mogelijk aan te sluiten bij de relevante vereisten uit deze keurmerken met betrekking tot de hier bedoelde voorzieningen.
Ook krijgen gemeenten de bevoegdheid om te handhaven bij overtreding van de voorschriften die op grond van de wet of een van de nieuwe vergunningen gaan gelden. Dat kan uitmonden in het opleggen van een bestuurlijke boete van maximaal € 22.500 en in het geval van recidive maximaal € 90.000. Voorts kan de gemeente (onder strikte voorwaarden) besluiten om de gegevens van de verhuurder openbaar te maken, ter bescherming van woningzoekenden en huurders. Indien handhaving onvoldoende effect heeft op het gedrag van de verhuurder, kan de gemeente de verhuurvergunning intrekken of zelfs het beheer van het gehuurde overnemen van de verhuurder.
Inmiddels hebben vele uitzendbureaus, die met arbeidsmigranten werken, besloten om arbeidscontracten te scheiden van huurcontracten, waardoor de arbeidsmigranten minder afhankelijk zijn van hun werkgever. Door arbeids- en huurcontracten los te koppelen, kunnen medewerkers hun woning behouden als ze om wat voor reden dan ook hun baan verliezen. Dit nieuwe beleid geldt vanaf 1 april 2023 voor alle leden van de Algemene Bond Uitzendondernemingen (ABU), een branche organisatie. Die heeft 520 leden en vertegenwoordigt hiermee zo’n 65 procent van de uitzendmarkt. Nu de laatste jaren het aantal arbeidsmigranten (minstens 750.000,00) in Nederland fors is gestegen, is ook de hoeveelheid uitzendbureaus de afgelopen decennia enorm toegenomen. In 1998 waren het er zo’n 4.000, nu zeker 14.000.
Op 7 maart 2023 wordt er over de Wet goed verhuurderschap, de amendementen en moties gestemd. We houden u op de hoogte.
Door Gerbrand Osinga